Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Boetpsalmen

betekenis & definitie

m. (mv.), (r.k.) de psalmen 6, 32, 38, 51 (Miserere), 102, 130 (De profundis) en 143.

Boetpsalmen zijn met een ritueel verbonden teksten, die in Babylonië werden gebruikt, wanneer een zieke genezing zocht voor zijn ziekte (die men door demonische machten veroorzaakt achtte) bij de bezweringspriesters van reddende goden als Ea en Marduk. In Israël zijn de individuele boetpsalmen (Ps. 6, 32, 38, 51, 102, 130 en 143) een klacht en gebed tot God (misschien geuit bij het heiligdom) om verhoring, bevrijding van schuld, genezing, soms tot beschaming van vijanden, die het de mens in zijn nood moeilijk maakten. Sommige exegeten denken liever aan de nood en de vernedering van de gemeente van Israël en haar representant: de koning.

Men kan alle liederen van het OT waarin sprake is van boete, schuld en berouw boetpsalmen noemen, b.v. Klaagl.3.

LITT. E.Zimmern, Babylonische Busspsalmen (1885); A.H.Edelkoort, Het zondebesef in de Babylonische boetepsalmen (1918); A.van Selms, De Babylonische termini voor zonde (1933); H. Bout, Het zondebesef in het boek der psalmen (1952); K.Seybold, Das Gebet des Kranken in Alten Testament (1973).

< >