m. (-s), wagen in gebruik bij het boerenbedrijf.
Het type van de boerenwagen is overal ongeveer gelijk: een rechte vlakke bodem, vaak met niet-verend aangebracht wielenstel (2, 3 of 4 wielen). De opstaande zijden van de wagen wijken enigszins schuin naar buiten. De oude wagens hadden houten wielen met ijzeren banden. De wagens die men voor feestelijke gelegenheden gebruikte, waren van kunstig snijwerk voorzien. De moderne hebben luchtbanden en worden landbouwwagens genoemd. In Buren is het museum De Boerenwagen.