m./o., gezelschapsspel met prentjes en dobbelstenen.
Boerenschroom, waarvan de herkomst onzeker is, stamt vermoedelijk uit de 18e eeuw. Het wordt gespeeld door drie tot acht personen, met acht kaarten en twee speciale dobbelstenen, gemerkt B, 1, 2, 3 en tweemaal blank en S, 4, 5, 6 en tweemaal blank. Zes kaarten, voorzien van toepasselijke rijmpjes, stellen ambtelijke beroepen voor: advocaat, klerk, burgemeester, secretaris, veldwachter en ontvanger; deze worden aan de meestbiedende verkocht. Het bedrag komt in de pot, waarin de spelers tevoren gelijke bedragen stortten. De twee andere kaarten stellen voor Boer Bart en Boer Sijmen en worden verstrekt aan degene die daarvoor het minst uit de pot opeist. De vrij ingewikkelde spelregels parodiëren, evenals de plaatjes en de rijmpjes, op scherpe wijze het vroegere stelsel waarbij ambten, vooral dat van belastingontvanger, verpacht of verkocht werden en de hoge heren op deze wijze voordeel behaalden ten koste van de boeren.
Zie figuur.
LITT. H.Tweehuysen (in: De Speelwagen 10, 1955).
