v./m. (-en), bruiloftsfeest in regionale kleding en volgens oude gewoonten van de streek.
Vooral in het oosten van Nederland treft men onder de boerenbevolking nog speciale gebruiken rond het huwelijk aan, hoewel de meeste in onbruik zijn geraakt. Dit is o.a. het geval met de neugers (nodigers) die in Drenthe, Twenthe en de Achterhoek de gasten voor de bruiloft uitnodigden, net als de schone kok (in het wit geklede jonge vrouw) die dit op Marken doet. Een belangrijke plaats neemt het bruiloftsmaal in, al heeft dit weinig karakteristieks behouden. Hier en daar is het nog de gewoonte honderden gasten uit te nodigen voor het feest dat soms enkele dagen kan duren.
LITT. L.Knappert, Verloving en huwelijk in vroeger dagen (1914); D.J.van der Ven, Van vrijen en trouwen op het boerenland (1929).