Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Boelgakov

betekenis & definitie

Michail Afanasjevitsj, Russisch toneel- en prozaschrijver, *2.(14.)5.1891 Kiev, ♱ lO.4.1940 Moskou. Boelgakov studeerde medicijnen.

In zijn autobiografische roman Witte garde (1924), later bewerkt tot het toneelstuk De dagen van de familie Toerbin (1926), beschreef hij de lotgevallen van een Russische familie in de maalstroom van de burgeroorlog.Zijn satirische verhalen, gebundeld in Duivels gespuis (1925), zijn vol humor en kritiek op de Sovjet-bureaucratie, hetgeen hem veel last met de censuur bezorgde. Sommige van zijn lange verhalen, zoals De noodlottige eieren (1924) en Hondehart zijn bijtende satires met een spannende Science fiction. Het laatste verhaal werd in 1925 geschreven en in 1966 gepubliceerd.

Ditzelfde geschiedde met Boelgakovs romans Een roman uit de theaterwereld (1965) en De meester en Margarita (1966). Het wezen van goed en kwaad vormt het onderliggende thema van laatstgenoemde roman, die als een van de grootste litteraire werken van de 20e eeuw wordt beschouwd. De romans verschenen in 1973 voor het eerst in de USSR in boekvorm.

Boelgakov schreef voorts toneelstukken, o.a. Het huis van Zojka, Het rode eiland, Don Quichotte, Molière.

LITT. E.Proffer, The master and Margarita (in: Major Soviet writers, 1973).

< >