Duits rechtsgeleerde, *29.1.1674 Hannover, †23.8.1749 Halle aan de Saale. Böhmer werd in 1701 hoogleraar te Halle, daarnaast in 1743 kanselier van het hertogdom Maagdenburg.
Böhmer is de belangrijkste 18e-eeuwse jurist op het gebied van het protestantse kerkrecht. Hij meende dat de overheid een vrijwel onbeperkte bevoegdheid toekwam om in kerkelijke aangelegenheden in te grijpen en regelend op te treden.
Zowel door zijn hoofdwerk Ius ecclesiasticum als door zijn talrijke adviezen oefende hij grote invloed uit op het zich vormende reformatorische kerkrecht in de Duitse landen. Werken: Ius ecclesiasticum protestantium (6 dln. 1714—36), Corpus iuris canonici (bewerking 1747).