Duits calvinistisch theoloog, *18.11.1836 Hamburg, †24.1.1903 Wenen. Böhl studeerde in Berlijn en Halle en werd al vroeg een aanhanger van de leer van Kohlbrugge (wiens enige dochter hij huwde).
Van 1864—99 was hij hoogleraar dogmatiek aan de evangelisch-theologische faculteit te Wenen, waar hij met grote toewijding het gereformeerde protestantisme in Oostenrijk diende. In Nederland werden zijn werken veel gelezen; in 1880 werd hem een hoogleraarsfunctie aan de Vrije Universiteit aangeboden, waarvoor hij echter bedankte.
Werken: o.a. Christologie des A.T. (1882), Von der Inkarnation des göttlichen Wortes (1884), Dogmatik auf reformiert-kirchlicher Grundlage (1887).