Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Boedelskamer (boedelkamer)

betekenis & definitie

v./m. (-s), gewoonlijk genoemd desolate boedelskamer, naam van de gerechtelijke colleges in de grote handelscentra van de Republiek der Verenigde Nederlanden, die tot taak hadden het beheer over en de vereffening van insolvente of desolate boedels; in de Zuidelijke Nederlanden, m.n. te Antwerpen, heetten zij insolvente boedelskamer.

De plaatselijke ordonnanties en de instructies van deze boedelskamers geven goed inzicht in het geheel van de toenmalige regelingen op het gebied van het faillissementsrecht. Bekend was vooral de Amsterdamse ordonnantie van 1777, die het voorbeeld werd van de in 1803 opgerichte boedelskamer in Kaapstad. LI TT. G.Moll, De desolate boedelskamer te Amsterdam (1879); W.de Villiers, Die Oudhollandse insolvensiereg en die eerste vaste insolvensiereg van Kaap de Goede Hoop (1923).

< >