Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Boeck (august de)

betekenis & definitie

Vlaams componist, *9.5.1865 Merchtem, ♱9.10.1937 Merchtem. De Boeck studeerde aan het Brussels conservatorium, waaraan hij later zelf leraar werd.

Hij behoorde tot de generatie der eerste Vlaamse impressionisten.Wel hadden aanvankelijk zijn harmonisatie en instrumentatie een romantische allure, maar al spoedig werd hij sterk gegrepen door de vernieuwingen van Debussy. Ofschoon zijn werk niet helemaal vrij bleef van het experimentele en hij soms blijk gaf van vreemde invloeden, bleef hij toch een zeer spontane persoonlijkheid. Composities: opera’s: Théroigne de Méricourt (1901), Winternachtsdroom (1902), Rijndwergen (1906), Reinaert de Vos (1906), La route d’émeraude (1923); orkestwerk: Rhapsodie dahoméenne (1893), Symphonie, Fantasie op twee Vlaamse volkswijzen; toneelmuziek, balletten, cantates, kerkmuziek, liederen.

Litt. R. de Maeyer, A. de Boeck (1952).

< >