Jean, Frans dichter, inwoner van Atrecht, *ca. 1165, †12.10. Bodel was een veelzijdig trouvère; hij schreef fabliaux, pastourelles, en een chanson de geste over de strijd van Karel de Grote tegen de Saksen: Les Saisnes, waarin ook hoofse en burgerlijk-realistische elementen aanwezig zijn.
Met zijn meesterwerk Le jeu de saint Nicolas, dat waarschijnlijk in 1200 te Atrecht werd opgevoerd, was Bodel een van de eerste Franse dramaturgen.De H. Nicolaas brengt drie dieven ertoe een van de Saraceense koning ontvreemde en door zijn beeltenis ‘beschermde’ schat terug te bezorgen, bekeert de heidenen en redt een christengevangene. Een merkwaardige mengeling komt aldus tot stand tussen hagiografische elementen, komische passages en beschrijvingen van zowel een kruistocht als het kroegleven in Atrecht, steeds in toepasselijke stijl.
Door melaatsheid getroffen toen hij op het punt stond ter kruistocht te gaan, dichtte Bodel zijn Congés, waarin hij op ontroerende wijze afscheid neemt van zijn vrienden en van de stad die zo’n grote rol speelde in zijn leven en werk. Uitgaven: Les Congés de J. Bodel, door G.
Raynaud (in: Romania IX, 1880); Les Saisnes, door E. Stengel (2 dln. 1906-09); Les fabliaux de J. Bodel, door P.Nardin (1959); Le jeu de saint Nicolas, door A. Henry (1962).
LITT. P.R. Vincent, The Jeu de saint Nicolas of J. Bodel d’Arras, a literary analysis (1954); C. Foulon, L’oeuvre de J. Bodel (1958).
