Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Boch

betekenis & definitie

Lotharingse familie van aardewerkproducenten, afkomstig uit Audun-le-Tiche (Moselle). Pierre Joseph (1737-1818) stichtte in 1766 te Septfontaines (Luxemburg) een fabriek van plateelwerk (faïence) die hoge kwaliteitsprodukten, bekend als ‘Boch’, vervaardigde.

Hij stichtte ook een aantal sociale instellingen.Zijn zoon Jean François (1782-1858) stichtte in 1809 te Mettlach (Saarland) een aardewerkfabriek en verlegde in 1835 de zetel van de fabriek van zijn vader daarheen. Eugène (1809-98) verenigde de fabrieken met die van Villeroy en stichtte in 1856 een fabriek te Dresden. René von Boch (1843-1908), zoon van Eugène, vergrootte de fabriek te Mettlach en stichtte in 1879 de terracottafabriek te Merzig (Saarland) en vele andere.

De produkten van de Bochfabrieken, vervaardigd van zeer fijne pijpaarde, zijn wit en lijken sterk op porselein. Tegenwoordig is de leiding van de gezamenlijke bedrijven (Villeroy und Boch KG) in handen van Luitwin von Boch-Galhau (*14.7. 1906), zoon van René.

LITT. La manufacture de faïence fine des Boch à Septfontaines-lez-Luxembourg de 1767 à 1858 (cat. tent. Stadhuis te Brussel, 1955).

< >