het grondthema van de nationaalsocialistische ideologie. Blut betekende daarbij ras en Boden had vooral betrekking op de verworteling van de boer met zijn grond.
De nazi’s beweerden nl. dat een raszuiver volk vooral uit een krachtige boerenstand kon komen.Daarbij kwam veel pose en propaganda. Hitler b.v. was met al zijn namaak landelijke allures door en door een stadsmens. De voornaamste verkondiger van de Blut und Bodengedachte was de nazistische boerenleider W.Darré. Hij legde die opvatting vooral neer in zijn boek Neuadel aus Blut und Boden (1930). Ook Alfred Rosenberg was een geruchtmakende verkondiger van die leer.
Hitler zelf kende eigenlijk slechts twee vaste ideologische uitgangspunten, nl. antisemitisme en het streven naar een Grootduits rijk. Voor hem vormde Blut und Boden vermoedelijk meer een eerbiedwaardig symbool en een stimulerende mythe dan een vast beginsel. In elk geval waren er heel wat nazi’s die de Blut und Boden als ideologische rimram beschouwden, zie nationaal-socialisme.