v. (-s),
1. insluiting van een vesting of een stad; afsluiting van een vijandelijke stad, kust of haven van de zeezijde door oorlogsschepen om de toevoer, resp. het uitlopen van de vloot of van koopvaardijschepen te beletten en die gerechtigd zijn tot het aanhouden en opbrengen van blokkadebrekers, ook wanneer deze behoren tot een onzijdige mogendheid; (fig.) het blokkeren van gelden, effecten e.d.;
2. (bij drukkers) geblokkeerde letters. De blokkade is ca. 1600 in zwang gekomen. In 1630 is door een plakkaat van de Staten-Generaal der Republiek een van de eerste blokkades afgekondigd. De blokkade is sedertdien door verschillende landen toegepast. Omtrent de grondslag van de blokkade bestaan verschillende theorieën, die echter weinig bevredigend zijn. Men kan de blokkade het best beschouwen als een compromis tussen de belangen van de oorlogvoerenden en die van de neutralen. Oudtijds kon een machtige zeemogendheid eenvoudig alle handel op haar vijand verbieden. Later moest men meer rekening houden met de belangen van de onzijdigen, en werd het verbod beperkt tot de contrabande, terwijl daarnaast, als plaatselijke daadwerkelijke afsnijding van alle verkeer, de blokkade opkwam. Tegenover de opofferingen, die de oorlogvoerende zich kennelijk getroost om de blokkade te handhaven, dient de onzijdige zich dan te onderwerpen aan het verbod om de afsluiting te doorbreken, op straffe van verbeurdverklaring van schip en lading. Juist hierom moet de blokkade effectief zijn. In de 18e eeuw legde men hiertoe in de traktaten het aantal schepen vast, waarmee een blokkade, om te kunnen worden erkend, zou moeten worden uitgevoerd, terwijl als regel werd aangenomen, dat deze schepen daarbij stationair zouden zijn. In de Declaratie van Parijs van 1856 werd eis, dat de blokkade met stationaire schepen zou moeten worden uitgevoerd, echter niet opgenomen, evenmin in de Londense Zeerechtdeclaratie van 1909. Behalve deze vorm van ‘nauwe’ blokkade wordt in de praktijk ook een ‘wijde’ blokkade met kruisende schepen aanvaard, mits zodanig optredende en voorzien van verkennings- en inlichtingsorganen, dat een daadwerkelijke controle op het gehele handelsverkeer ter zee van en naar het geblokkeerde gebied mogelijk is. De blokkade mag niet geschieden ‘door de neutrale landen heen’ en opbrenging van een schip dat op weg is naar een neutrale haven is niet geoorloofd, ook al is de lading later voor de vijand bestemd: de zgn. leer der voortgezette reis is niet aanvaard. Een blokkade met steen- of mijnversperringen is volkenrechtelijk onrechtmatig, immers hiervoor behoeft de blokkerende partij zich geen bijzondere offers te getroosten. De ontwikkeling van torpedo-, duikboot- en luchtwapens heeft grote invloed op de wijze, waarop een blokkade kan worden uitgevoerd, en de volkenrechtelijke regels houden hiermee niet voldoende rekening. De door Engeland in 1915 afgekondigde blokkade geschiedde door middel van patrouillegang met kruisers, hulpkruisers e.d., steunend op de hoofdmacht van de vloot, die op de Orkney Eilanden gebaseerd was, terwijl een mijnenversperring was gelegd in de Straat van Dover. Aangezien hierbij een gordel van oorlogsschepen ontbrak, en aangezien de blokkade niet slechts een vijandelijke kuststrook betrof, maar het gehele verkeer van en naar Duitsland, ook dat via neutrale landen (blokkade door de neutrale landen heen), is van de zijde van de neutralen hiertegen herhaaldelijk met kracht geprotesteerd. Deze Engelse blokkade was dan ook, hoezeer tegenover de vijand een geoorloofd oorlogsmiddel, tegenover de neutralen onrechtmatig. Nieuw was dat in geval van blokkadebreuk geen verbeurdverklaring van schip en lading plaatsvond, maar dat de goederen onder beheer van een Prijzenhof werden gesteld. De pogingen van Duitsland in 1917 om Engeland van het verkeer ter zee af te snijden, werden door de Ned. regering niet als blokkade erkend. Aanhouding en opbrenging van schepen werden hierbij vervangen door aanval en vernietiging zonder voorafgaande waarschuwing. Een zodanige opoffering van de belangen der neutralen aan die der oorlogvoerenden is in strijd met het karakter van de blokkade als compromis. In de praktijk zijn, mede ten gevolge van de ontwikkeling van techniek en strategie, andere opvattingen omtrent de blokkade ter zee ontstaan, waarmee het geschreven volkenrecht nog niet in overeenstemming is gebracht. Het opkomen van het handelsluchtverkeer heeft ook het vraagstuk van de blokkade in de lucht aan de orde gebracht.
Naast de blokkade in oorlogstijd (oorlogsblokkade) bestaat ook de blokkade in vredestijd (vredesblokkade). Deze blokkade werd voor het eerst gedecreteerd door Groot-Brittannië op 11.11.1807 ten aanzien van alle Europese havens waar Britse schepen niet werden toegelaten, ook al betrof het havens van landen waarmee Groot-Brittannië niet in oorlog was. De vredesblokkade werd in de 19e en 20e eeuw gehanteerd in vier gevallen:
1. om een staat te dwingen zijn internationale verplichtingen na te komen;
2. om schadevergoeding af te dwingen wegens het niet nakomen van internationale verplichtingen;
3. om druk uit te oefenen op een staat waar de regels van de humaniteit werden geschonden;
4. om politieke doeleinden na te streven. In het algemeen wordt de vredesblokkade beschouwd als een machtsinstrument van de machtige tegenover de zwakke staten. Een voorbeeld van een speciale vorm van vredesblokkade is de ‘quarantine’ door de VS afgekondigd op 23.10.1962 ten aanzien van het vervoer per schip van offensieve wapens naar Cuba. Op grond van art. 42 van het Handvest der VN kan een vredesblokkade door leden van de VN alleen worden toegepast indien daartoe een beslissing is genomen door de Veiligheidsraad.
LITT. C.J. Colombos, The international law of the sea (1961); M.S. McDougal en W.T. Burke, The public order of the oceans (1962).