v./m., geslachtelijke gemeenschap tussen personen die in horizontale of verticale lijn nauw verwant zijn, zie incest.
Het is in Nederland onverschillig of de verwantschap is ontstaan door wettige of onwettige geboorte dan wel door adoptie. Huwelijk tussen deze verwanten is verboden. Kinderen die uit bloedschande worden geboren, noemt men bloedschennige kinderen. Onder het oude BW konden deze kinderen noch met de moeder, noch met de vader familierechtelijke betrekkingen hebben, aangezien familierechtelijke betrekkingen met een natuurlijk kind ontstonden door erkenning en deze was ten aanzien van bloedschennige kinderen onmogelijk. Thans echter ontstaan familierechtelijke betrekkingen tussen de moeder en haar natuurlijk kind door de geboorte, zonder dat hiervoor een erkenning nodig is. De erkenning van een bloedschennig kind door de vader is echter krachtens art. 224 BW nietig, zij kunnen dus nooit wettelijke erfgenamen van de vader worden.
Wel kan de vader van een natuurlijk, niet erkend kind worden verplicht om bij te dragen in de kosten van diens levensonderhoud (zie vaderschapsactie). Adoptie door de ouders kan in Nederland niet omdat het te adopteren kind noch wettig noch onwettig mag afstammen van de adoptiefouders en krachtens de geboorteakte de afstamming van de moeder vaststaat.
In België kan een bloedschennig kind noch erkend, noch gewettigd worden (art. 335 BW). Het kan evenmin toegelaten worden tot een onderzoek naar het vader- of moederschap (artt. 343 b en 331-335 BW). Wel kan het, sinds de wet van 10.2.1958, een jaarlijkse uitkering vorderen voor zijn onderhoud en opvoeding, totdat het de volle leeftijd van 18 jaren heeft bereikt (art. 340 b BW), alsook door een van zijn ouders geadopteerd worden. In deze laatste hypothese beperkt zijn erfrecht zich tot de nalatenschap van de adoptant en verkrijgt het geen recht van erfopvolging op de goederen van de bloedverwanten van de adoptant (art. 365 BW). Evenwel voorziet de wet ook het uitzonderlijke geval dat de beide ouders - hetzij oom en nicht, tante en neef, hetzij schoonbroeder en schoonzuster - achteraf met ontheffing van het huwverbod zijn getrouwd (art. 163-164 BW). Hun kinderen worden nog alleen voor onwettig gehouden zonder meer en kunnen erkend en gewettigd worden (art. 342 b BW). Hun rechten en verplichtingen zullen desgevallend dezelfde zijn als die van resp. erkende of wettige kinderen.
LITT. L. v. Malderen, Adoptie en wettiging door adoptie (1970); W. Delva, Personen-en familierecht II, Staat van de persoon (1972); J.M. Pauwels, Familierecht in (1973).