bles'bok, m. (-ken), een Zuidafrikaanse antilope. De blesbok, Damaliscus dorcas, is een bewoner van de droge vlakten van Kaap de Goede Hoop, Oranje Vrijstaat en het zuiden van Transvaal.
De blesbok heeft een schouderhoogte van minder dan 1 m; beide seksen dragen vrij korte (35 cm), enigszins liervormige hoorns.De bontebok van de kustgebieden van de zuidwestelijke Kaapprov. is een ondersoort van de blesbok; beide soorten dragen een witte bles, maar de bontebok is donkerder bruin en heeft bovendien witte achterdelen en poten. De bontebok is zeer zeldzaam geworden en de belangrijkste kudde wordt thans beschermd in het Bontebok Nationaal Park bij Swellendam. De blesbok is door de jacht zeer gedecimeerd, maar is thans dank zij efficiënte beschermingsmaatregelen hier en daar weer zeer algemeen.
De sassaby of tsessebe, Damaliscus lunatus, die in open terrein voorkomt van de Transvaal tot aan de Zambesi, is wat groter dan de blesbok en heeft de reputatie tot de snelste onder de antilopen te behoren. De verwantschap met Oost- en Westafrikaanse vormen als topi (Damaliscus topi), tiang (Damaliscus tiang) en korigum (Damaliscus korrigum), die over het algemeen weer wat groter zijn dan de tsessebe, is niet geheel duidelijk. Sommigen beschouwen ze alle als ondersoorten van de tsessebe.
De Oost- en Westafrikaanse antilopesoorten bewonen de open savanne, waar zij soms enorme kudden kunnen vormen, vaak samen met andere antilopen, buffels en zebra’s. In gebieden met seizoenregenval vertonen zij trekbewegingen die verband houden met de beschikbaarheid van geschikt gras. Dank zij effectieve natuurbeschermingsmaatregelen zijn verscheidene vormen in Oost-Afrika nog zeer talrijk.