bleek'middel, o. (-en), stof die gebruikt wordt voor het verwijderen of maskeren van een ongewenste kleur van een stof (verbinding of weefsel).
Fysisch werkende bleekmiddelen leveren het gewenste effect op zonder dat hierbij een chemische reactie optreedt, b.v. Meekaarde of actieve kool. In dat geval wordt de gekleurde verbinding geabsorbeerd aan het bleekmiddel en daarna door filtratie hiervan verwijderd. Een zuiver optisch effect wordt verkregen door een weefsel te behandelen met blauwsel, wat echter los gebonden is en dus bij een volgend wasproces wordt verwijderd. Hier treedt selectieve absorptie van een deel van het opvallende licht op, waardoor de tint van het weefsel witter, maar de helderheid kleiner wordt, zodat tevens een vergrauwing optreedt. Om deze reden is het blauwsel thans vervangen door fluorescentiemiddelen, die ultraviolette straling omzetten in (blauwgroen) licht.
Chemisch werkende bleekmiddelen zijn meestal oxidatiemiddelen. Het oudst bekende is ozon (O3) dat ook nu nog op technische schaal wordt gebruikt (o.a. bij de waterzuivering). Ook de hypochlorieten in de vorm van bleekpoeder (chloorkalk), bleekloog of bleekwater zijn reeds lang bekend en wel kaliumhypochloriet (KOCl) als eau de Javel en natriumhypocMoriet (NaOCl) als eau de la Barraque. Gechloreerde fosfaat kan als een moderne versie van de chloorkalk worden gezien; al naar de pH van de oplossing is het CIO߫-ion dan wel het actieve chlooratoom het blekende agens. In feite behoren hiertoe ook organische chloorverbindingen als de chloorcyammrzuurderivaten en de chlooramines en hydantoinderivaten, omdat zij alle een aan een stikstofatoom gebonden chlooratoom bevatten. In waterig milieu wordt dit snel omgezet in een CIO߫-ion.
Het natriumchloriet (NaClO₂) kan alleen in de techniek worden toegepast in verband met het gevaar voor het ontstaan van vergiftig gasvormig chloordioxide. Veel gebruikt is het waterstofperoxide (H202), in waterige oplossing. Het in vele wasmiddelen verwerkte natriumperboraat valt in waterige oplossing uiteen in boraat + H2O2. Een goede bleekwerking wordt echter pas boven ca. 60 °C verkregen.
Voor hetzelfde doel wordt ook natriumpercarbonaat gebruikt. Organische perzuren als perazijnzuur zijn krachtige oxidatiemiddelen, die reeds bij veel lagere temperatuur actief zijn. Bij persulfaten en kaliumpermanganaat treden de zuurstofrijke anionen als oxidatiemiddel op. Zij kunnen wel dienen voor een speciale behandeling (verwijderen van vlekken) maar worden niet in wasmiddelen voor huishoudelijk gebruik verwerkt. Tot de reducerende bleekmiddelen behoren in de eerste plaats het zwaveldioxide en de hiervan afgeleide produkten. Zowel het gasvormige SO2 als de waterige oplossing hiervan, waarin HSO3߫-ionen voorkomen, wordt gebruikt voor het bleken van wol.
Verder worden de veel stabielere bisulfieten (m.n. NaHSO3) evenals het veel sterker werkende ‘hydrosulfiet’, in feite natriumdithioniet gebruikt. Meestal wordt de gekleurde verbinding dan omgezet in de veel beter in water oplosbare leukoverbinding, die door een wasproces kan worden verwijderd.