Belg. gemeente in de prov. West-Vlaanderen (arr.
Brugge), aan de kust gelegen, 17,48 km2, 14200 inw.In 1970 werd Blankenberge vermeerderd met de gemeente Uitkerke, waarvan de kern met Blankenberge een geheel vormt. Blankenberge is een belangrijke badplaats; het gebied van Uitkerke is polder met weiland. De oude visserij- en havenfunctie wordt vervangen door pleziervaart.
Blankenberge heeft enige nijverheid (fotolaboratorium, voedingsmiddelenindustrie en bouwnijverheid) en vervult een beperkte centrumfunctie, o.a. onderwijs en gezondheidszorg. Er zijn 36 % woonforensen. Bezienswaardigheden: een mooie wandeldijk, een pier van 500 m lengte in zee, ‘Kursaal’, folkloremuseum in het nieuwe stadhuis; verder een oud stadhuis uit 1532 en een gotische hallenkerk met barok interieur.Blankenberge is vermoedelijk ontstaan als vissersdorp in de nabijheid van het verdwenen Scarphout; in de 16e eeuw bezat het reeds een stenen vuurtoren. Aan het einde van de 18e eeuw kreeg het voor het eerst te maken met kusttoerisme. Rond 1862 werden haven, vaargeul en pier gebouwd. Het toerisme nam sterk toe na de aanleg van de spoorwegverbinding met Brugge (1868).