v./m. (-en),
1. pijp waardoor lucht geblazen wordt, b.v. om een vuur aan te blazen; ook bij glasblazers;
2. buis waardoor erwten of kogeltjes geblazen worden (om vogeltjes te schieten), ook door kinderen gebruikt als speelgoed om er papieren pijltjes mee te schieten;
3. instrumentje om een ademtest mee te doen; zie bloedproef.