Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Blaaspijp

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. pijp waardoor lucht geblazen wordt, b.v. om een vuur aan te blazen; ook bij glasblazers;
2. buis waardoor erwten of kogeltjes geblazen worden (om vogeltjes te schieten), ook door kinderen gebruikt als speelgoed om er papieren pijltjes mee te schieten;
3. instrumentje om een ademtest mee te doen; zie bloedproef.

< >