Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Blaaskanker

betekenis & definitie

m., kwaadaardig gezwel van het blaasslijmvlies.

Aangezien het gezwel aan de binnenoppervlakte van de blaas groeit en vaak plaatselijk neiging vertoont tot ten dele snel afbrokkelen, is bloedbijmenging in de urine vaak het eerste symptoom. Toch is dit verschijnsel niet specifiek, want hematurie kan bij zeer veel aandoeningen van de urinewegen voorkomen. Omdat de blaas voor onderzoek goed toegankelijk is met een cystoscoop, kan de diagnose vroegtijdig gesteld worden. Daar het gezwel een ruwe onderbreking vormt in de gladde blaaswand, is het een voedingsbodem voor bacteriën. Een blaasontsteking ontstaat op den duur bij iedere blaaskanker. Door ingroei van het gezwel in de spierlaag van de blaaswand worden zenuwen geprikkeld en ontstaan pijnklachten.

Sluit een blaaskanker door zijn ligging en uitbreiding in de blaaswand een urineleider af, dan treedt urinestuwing op in het bijbehorende nierbekken (hydronefrose). Wanneer de blaaskanker zich nog niet ver in de wand of in de omgeving van de blaas heeft uitgebreid, is behandeling mogelijk door middel van operatie en/of bestraling. Er zijn enkele stoffen bekend (meest tussenprodukten bij de anilinekleurstofbereiding) die tot ontwikkeling van blaaskanker aanleiding kunnen geven. Ook kan blaaskanker ontstaan ten gevolge van chronische besmetting met blaaswormen (schistosomiasis), zoals die o.a. in Egypte veel voorkomen.

LITT. P.A.A.Klok, Chirurgie (1974).

< >