Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

blaar2

betekenis & definitie

blaar2 - [Lat. bulla, waterbel, blaas], v./m. (blaren), (samentrekking van blader), scherp begrensde en met vocht gevulde zwelling van de opperhuid ; van het harde werken blaren in de handen krijgen; blaren onder de voeten van het vele lopen; een — trekken (door een pleister); (spr.) die zijn billen brandt, moet op de blaren zitten, die verkeerde dingen doet, moet de gevolgen ondervinden; iemand blaren aan het hoofd praten, zeer veel en druk praten; (bij vgl.) bladder: blaren op verf- of pleisterwerk.

Een blaar kan ontstaan door mechanische beschadiging van de huid (roeien, wandelen), door beschadiging met chemische, thermische of fysische prikkels (sterke zuren of basen, elektriciteit, hitte, zonnebrand, röntgen- of radiumbestraling enz.), door infectie van de huid met bepaalde bacteriën (b.v. Streptokokken en stafylokokken bij impetigo bullosa), na insektebeten, soms bij aangeboren syfilis, door overgevoeligheid ten opzichte van genees-of voedingsmiddelen of zalven (jood, fenolftaleïne en vele andere). Ook kunnen blaren optreden in het verloop van gewoonlijk niet met blaren gepaard gaande huidziekten (o.a. eczeem, galbult). Tenslotte bestaat er een aantal steeds met blaren gepaard gaande huidziekten, die niet (o.a. pemphigus) of wel erfelijk (epidermolysis bullosa) zijn.

< >