Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Bjørnson

betekenis & definitie

Bjørnstjerne Martinius, Noors schrijver, *8.12.1832 Kvikne, †26.4.1910 Parijs. Bjørnson, zoon van een predikant, was een strijdbare en optimistische persoonlijkheid.

Hij werd na korte studietijd journalist en toneelcriticus; hij leidde theaters in Bergen en in Christiania.Hij vertoefde daarna vele jaren in het buitenland, en vestigde zich tenslotte op Aulestad. Bjørnson leefde fel mee met de problemen van zijn tijd en had een sterk sociaal verantwoordelijkheidsbesef. Zijn vroegste werken zijn historische drama’s en boerenvertellingen (vanaf 1857) met naast romantische ook realistische trekken.

Onder invloed van Darwin, Taine, Stuart Mill, G.Brandes en na een religieuze crisis ontstonden zijn realistische drama’s en romans, die sociale, religieuze en pedagogische tijdsproblemen behandelen. Ook als nationaal dichter was Bjørnson belangrijk. Hij dichtte o.a. het huidige Noorse volkslied Ja, vi elsker dette landet (1859).

In 1903 kreeg hij de Nobelprijs. Werken: gedichten: Digte og sange (1870; herdr. 1957), Arnljot Gelline (1870; epos); novellen: Synnøve Solbakken (1857; Ned. vert. Zonneheuvel, 1894), Arne (1858; Ned. vert. Arne, 1884), En glad gut (1860; Ned. vert. Een flinke jongen, 1861), Magnhild (1877; Ned. vert. Magnhild, 1879); romans: Det flager i byen og på havnen (1884; Ned. vert.

Vlaggen in stad en haven, 1888, en 1963), På Guds veie (1889; Ned. vert. Op Gods wegen), toneel: De nygifte (1865; Ned. vert. De jong-gehuwden, 1872), Over aevne (2dln. 1883 en 95;Ned. vert.

Bovenmenselijke kracht, 2 dln. 1906). Uitgaven: Samlede digterwerker (9 dln. 1919—20); door H. Koht, Brev (2 dln. 1912); door D.Sautreau-Bjørnson, Din venn far (1956).

LITT. G.Brandes, Critical studies of Ibsen and Bjørnson (1899); C.Collin, Bjørnson, hans barndom og ungdom (2 dln. 1907); C.Gierløff, B.Bjørnson (1932); H.Larson, B.Bjørnson (Eng. vert. 1944); A.Thuesen, Bjørnson Bibliografi (3 dln. 1952); H.Noreng, B.Bjørnsons dramatiske diktning (1954); E.Bjørnson, Aulestad. Karoline og B. Bjørnsons hjem (1957; 2e dr. 1958); Fr.Bull, Bjørnsons ansikt (1960); P.Amdam, Den unge Bjørnson (1960); P.Amdam, Bjørnson og kristendommen (1969).

< >