v./m., een etherische olie uit de ontvette zaden van Prunus amygdalus, voor een belangrijk deel van de handelsolie echter uit abrikozepitten.
De zaden bevatten een kleine hoeveelheid amygdaline, opgebouwd uit benzaldehyde, glucose en blauwzuur. Men laat de ontvette zaden eerst 12 uur in lauw water staan, waarbij de amygdaline door een enzym (emulsine) wordt gesplitst, en destilleert dan met stoom. Aangezien nog vrij veel olie in water oplost, wordt de waterlaag nogmaals gedestilleerd. Zuivere bittere-amandelolie is een lichtgele, sterk lichtbrekende vloeistof, volumieke massa 1045— 1070 kg/m3, en bevat meestal naast benzaldehyde ook nog al dan niet als benzaldehydecyaanhydrine gebonden blauwzuur, waardoor zij giftig is. Blauwzuurvrije olie kan worden verkregen door de olie met kalkmelk en ferrosulfaat te behandelen en daarna weer met stoom te destilleren. Men vervalst bittere-amandelolie met benzaldehyde of soms met mirbaanolie (nitrobenzeen). Zij vindt toepassing in de parfumerie, terwijl blauwzuurvrije bittere amandelolie gebruikt wordt in de banketbakkerij en de likeurfabricage.