in de oudheid de naam van een landschap in het noordwesten van Klein-Azië, met vruchtbare vlakten, met een goede waterhuishouding en bosrijke gebergten in het zuiden. De bewoners waren van Thracische herkomst.
Zij voerden steeds oorlog tegen de Griekse steden op hun kusten en werden in de eerste decennia van de 6e eeuw v.C. onderworpen door de Lydiërs.Zij kwamen ca.540 v.C. onder Perzisch gezag, met behoud van een zekere autonomie onder lokale dynasten (heersers). In 327 v.C., na het einde van het Perzische Rijk, stichtte Zipeutes een koninkrijk Bithynië, dat zich wist te handhaven als zelfstandig rijkje tegenover Seleukiden, Pergamon en andere naburen, totdat het in de loop van de 2e eeuw v.C. in de Romeinse invloedssfeer kwam. In 75 v.C. vermaakte Nikomedes iv Bithynië aan Rome, dat het eerst bij de provincie Asia voegde, maar er later met Pontus een provincie Pontus et Bithynia van maakte.
In de Keizertijd was het een aparte provincie. De voornaamste steden waren Nikomedeia, Nikaia (Nicea), Prousias en Chalkedoon, waarvan de eerste drie door koningen in de hellenistische tijd waren gesticht.
LITT. D.Magie, Roman rule in Asia Minor I (1950); G.Vitucci, II regno di Bitinia (1953).