Middelhoogduitse heidenroman, ca.1265 in Stiermarken gedicht, in de korte rijmpaarverzen die toen voor hoofse epiek gebruikelijk waren; de roman is slechts in het Ambraser Heldenbuch bewaard gebleven. Het verhaal vertelt hoe Biterolf, koning van Toledo, zijn rijk verlaat om ridderlijke avonturen te beleven, hoe zijn zoon Dietleib hem zoekt en aan het hof van de Hunnenkoning Etzel (Attila) weerziet, hoe het tweetal samen met Etzels helden naar Worms trekt om aldaar oud zeer te wreken op de Bourgondische helden, hoe de twee partijen elkaar in vele ridderlijke duels bevechten, en hoe zij dan naar Toledo terugkeren.
De roman is opmerkelijk omdat hier welhaast alle figuren van de Duitse heldensagen catalogusachtig voorgesteld worden, en wel als hoofse ridders.Uitgaven: door O.Janicke, in: Deutsches Heldenbuch I (1866, herdr. 1963).
