[Du. Wismut, zie wismat, witte massa(?) of Wiesen, gebied bij Schneeberg, Mutung, concessieaanvraag], o., symbool Bi, scheikundig element.
Bismut heeft een duidelijk metaalkarakter. Het vormt driewaardig positieve en vijfwaardig positieve ionen.Geschiedenis.
Bismut is voor het eerst door Basillius Valentius besproken als een tussen tin en ijzer staand halfmetaal. Paracelsus was van dezelfde mening, terwijl Agricola het voor een metaal hield. Het bleef echter slecht bekend, werd vaak met andere metalen verwisseld, b.v. door Lubavius (1600) met antimoon en door Lemery (1675) met zink, en verder ook met lood en tin. Bismut werd eerst door Pott (1739) en later vooral door Bergmann nauwkeurig gekarakteriseerd.
Voorkomen. Bismut is een vrij zeldzaam element, dat met slechts 0,17 ppm (miljoenste delen) voorkomt in de buitenste aardkorst. Het natuurlijke voorkomen van bismut is zowel gebonden aan sulfidische ertsgangen van lood, zilver, koper e.a. metalen, als aan laat-magmatische afzettingen, m.n. die van pegmatiet, waarin het geassocieerd is met de zeldzame aarden. In de sulfidische gangen overheerst het bismutmineraal bismutien, Bi2S3, terwijl metallisch, gedegen bismut daarnaast voorkomt in pegmatietafzettingen.
Produktie.
De wereldproduktie varieerde van 3800 tot 5400 t in de jaren 1970—74, merendeels als nevenprodukt van lood- en kopersmelterijen en raffinagebedrijven. Een van de weinige bismutmijnen ligt in het district van Tasna in Bolivia; deze mijn produceerde 750 t bismut in 1972. De raming van de ertsreserves is gebonden aan die van andere metalen en bedraagt 100 000 t. De prijs van bismut is ongeveer een tienvoud van die van koper. Deze relatief lage prijs moet worden toegeschreven aan de winning van bismut als nevenprodukt van andere metalen.
Toepassingen.
De farmaceutische industrie is met 40% de grootste verbruiker van bismut, gevolgd door het gebruik in legeringen met een laag smeltpunt, waaronder het zgn. Woods metaal met een smeltpunt van 72°C voor o.a. de sprinklers van installaties voor automatische brandbeveiliging. Andere toepassingen zijn in de fabricage van cosmetica, optisch glas, emaille en porselein. Een in 1973 ontdekte toepassing betreft de fabricage van synthetische vezels (acrylonitril).