o. (-schepen), schip voor de binnenvaart.
Het binnenschip is speciaal ontworpen en gebouwd voor de binnenvaart en dan ook ongeschikt (en daarom althans in Nederland en België verboden) voor de vaart op zee. Het grote aantal scheepstypen varieert van de eenvoudige, door een paard of man ‘gejaagde’ (= gesleepte) schuit van de groente- of bollenveiling tot de luxueuze stoom- of motorpassagiersschepen op Rijn, Wolga, Mississippi enz. Stoom is overigens in de Benelux verleden tijd. Er zijn eenvoudige vrachtschepen en kostbare binnentankschepen met tanks van speciale metaallegeringen voor het vervoer van chemicaliën. Ook de moderne sleep- en duwboten op de grote rivieren voor het transport van bakken met kolen of ertsen vergen grote investeringen wegens uitrusting en accommodatie voor de bemanning. Een kostbare proefneming - die dan ook nog nauwelijks of geen navolging heeft gekregen - is een Rijn-motorvrachtschip met losse, uitneembare tanks, zodat het zowel voor droge als voor vloeibare lading kan worden ingezet.