(bevlekte, heeft bevlekt),
1. vlekken maken in ruimer betekenis: bezoedelen: uw handen zijn met bloed bevlekt, u hebt een moord op uw geweten;
2. (fig.) bezoedelen: de eer van het huis is bevlekt; een bevlekte naam, waaraan een smet kleeft.
bevliegen (bevloog, heeft bevlogen),
1. vliegende bereiken; van bijen: (een veld) geregeld bezoeken;
2. door vliegen verkrijgen: de bijen kunnen geen voorraad meer aanbrengen, maar toch nog hun kost bevlekken;
3. vliegen langs of over: een druk bevlogen route.