v. (-en), uitkering bij bevalling aan een werkneemster die krachtens de Ned. Ziektewet is verzekerd.
Zij heeft bij bevalling recht op ziekengeld van 100 % van het uitkeringsdagloon, ingaande de dag na de bevalling, zolang de arbeidsongeschiktheid duurt en wel gedurende 52 weken, maar in ieder geval gedurende zes weken, ook al is zij tijdens deze zes weken wel in staat te arbeiden. Gedurende zes weken vóór de vermoedelijke datum van de bevalling wordt een zwangerschapsuitkering gegeven. Voor België zie bevallingsverlof.