Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Beurs (zaken)

betekenis & definitie

v./m. (beurzen), openbaar gebouw waar de zakenmensen op bepaalde uren bijeenkomen om te handelen of over handelszaken te spreken: er is een halte bij de -; hij komt iedere dag op de -; bij het begin van de -; ook de daar gedreven handel, de markt: de beurs is vast; een zwakke beurs.

De beurs is in de economie de periodieke samenkomst op een vaste plaats van vragers en aanbieders, zonder dat daarbij de goederen in natura of hoogstens in de vorm van een monster aanwezig zijn; ook wel het gebouw waarin men samenkomt of het bijeenkomende marktpersoneel. De beurs vormt een sterke concentratie van vragers en aanbieders van bepaalde goederen en diensten, die marktoriëntering, uitwisseling van informaties en gegevens en transacties op monsters, typen of beschrijving beogen. Een der belangrijkste functies is de prijsvorming uit de handelingen en afspraken ter beurze, leidend tot een prijsnotering. Doordat op de beurs geen aanvoer in natura plaatsvindt, kan de omvang der transacties veel groter zijn dan op een markt, terwijl tevens een besparing van tijd en kosten wordt verkregen.

Het zijn vooral fungibele goederen die zich voor verhandeling op beurzen met bemonstering of beschrijving lenen: b.v. effecten; agrarische produkten zijn zelden in volstrekte zin fungibel, maar de handel schept deze kunstmatig door toe te staan dat geleverde partijen kleine afwijkingen ten opzichte van de gecontracteerde kwaliteit vertonen. Men onderscheidt wel: goederenbeurzen, te verdelen in algemene beurzen en bijzondere beurzen (waarop slechts één goederensoort wordt verhandeld, b.v. graanbeurzen, suikerbezen), termijnbeurzen, effectenbeurzen, jaarbeurzen, streek- en contactbeurzen. De aard van de transacties, de techniek van de prijsvorming, de beursorganisatie, de frequentie van samenkomen en de aard van de verhandelde goederen variëren echter sterk van beurs tot beurs.

Volgens sommigen zou de naam beurs afkomstig zijn van de Brugse makelaarsfamilie Van der Beurse uit de 14e eeuw. Anderen wijzen erop dat de term ditta di borsa, d.i. de op de samenkomst van geldwisselaars en wisselhandelaren ontstane beursmening over de kredietwaardigheid van personen, al in de 12e eeuw bekend was. De eerste beurzen hadden in ieder geval betrekking op de geld- en wisselhandel. Anderzijds zijn goederenbeurzen, vaste plaatsen van samenkomst, reeds zeer oud. Het eerste beursgebouw ontstond waarschijnlijk te Antwerpen ca. 1450; ca. 1500 vond de eerste beurshandel plaats in een fungibel goed, nl. in peper op basis van doorsneekwaliteit.

In enige landen zijn beurzen van overheidswege ingesteld en gereglementeerd. Een beurs is in Nederland volgens het WvK een samenkomst van kooplieden, schippers, makelaars, kassiers en andere tot de koophandel in betrekking staande personen, en heeft plaats op gezag van het gemeentebestuur; dit beperkt zich meestal b.v. tot het beschikbaar stellen van ruimten of het geven van enkele ordevoorschriften. De handel zelf geschiedt echter volgens regels vastgesteld door de desbetreffende tak van handel.

De beurs is veelal toegankelijk tegen betaling van een entreegeld of op vertoon van een lidmaatschapskaart van een bepaalde vereniging, zoals b.v. de Amsterdamse effectenbeurs alleen toegankelijk is voor leden van de Vereniging voor de Effectenhandel en sommige van hun ‘bedienden’ of employés. Soms wordt de samenkomst in speciaal voor dit doel bestemde gebouwen gehouden, zoals te Amsterdam de koopmansbeurs (waarin zowel goederenbeurs als valutabeurs), effectenbeurs, beurs voor de diamanthandel; maar ook een periodieke, al of niet gereglementeerde samenkomst van handelaren in cafés, restaurants e.d. wordt beurs genoemd (b.v. hout-, huiden- en lederbeurs). De effectenbeurs en de jaarbeurs zijn geen beurzen in de zin der wet, de eerste omdat ze niet openbaar is, de tweede wegens haar karakter van jaarmarkt.

In België worden beurzen door de koning opgericht en gesloten en is het organiseren van beurzen aan het centraal gezag onderworpen, terwijl de gemeentelijke overheid de politie handhaaft. De wet onderscheidt warenbeurzen, waar ingeschreven kooplieden, scheepskapiteins en makelaars bijeenkomen, en openbare fondsen- en wisselbeurzen. [drs. J.G.Morreau] Litt. J.F.Haccoü, Handel en marktwezen in goederen (2 dln., 2e dr. 1957); F.L.van Muiswinkel, Handel, marktwezen en beurs (1965); B.de Smalen, Effectenbeurs, effectenbedrijf en effectenverkeer (1975).

< >