Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Beth

betekenis & definitie

Evert Willem, Ned. wiskundige en filosoof van de exacte wetenschappen, ✼.7.1908 Almelo, ♱12.4.1964 964 Amsterdam. Beth studeerde wiskunde en psychologie te Utrecht en promoveerde op Rede en aanschouwing in de wiskunde (1935).

In 1946 werd hij hoogleraar filosofie van de exacte wetenschappen te Amsterdam.In de wijsbegeerte verdedigde Beth naar zijn eigen kenschetsing een ‘ondogmatisch en anti-traditioneel rationalisme’. Hij streed voor een wetenschappelijke wijsbegeerte, die zich volkomen vrij gemaakt had van de verouderde aristotelische vooronderstellingen die nog altijd in verschillende hedendaagse filosofieën, die zgn. geesteswetenschappelijke methoden gebruiken, een rol spelen. In de logica verkreeg Beth internationale vermaardheid door zijn leer van de definitie. Hij was verder een voorloper van de tegenwoordig in Duitsland veel beoefende ‘dialogische logica’ (zie logica). Werken: De wijsbegeerte der wiskunde van Parmenides totBolzano (1944), Wijsbegeerte der wiskunde (1948), Natuurphilosophie (1948), The foundations of mathematics (1959, 2e dr. 1965), Door wetenschap tot wijsheid (1964), Moderne logica (1967, posthuum).

Litt. J.L.Destouches (red.), E.W.Beth memorial colloquium (1967).

< >