[Lat. bestia, dier], o. (-ria), benaming voor een middeleeuws boek over dieren en hun eigenschappen.
(D Het bestiarium is een type dierenboek dat vanaf de 12e eeuw in Frankrijk grote populariteit genoot. In de hellenistische Fysiologos werden voor het eerst karaktereigenschappen van bestaande dieren of fabeldieren aan de hand van bijbelteksten en met moraliserend-religieus oogmerk als symbolen gepresenteerd. Op basis van de Fysiologos en de Latijnse bewerkingen (zie Physiologus) daarvan, alsmede van oosterse invloeden en van de dierenclassificatie in Isidorus van Sevilia’s Etymologiae, ontstonden bestiaria in het Latijn, o.a. het Aviarium van Hugues de Fouilloy (ca. 1150). De oudste van de bestiaires in het Frans is die van Philippe de Thaon (ca. 3000 verzen), opgedragen aan de Engelse koninginnen Aélis en Eleonora van Aquitanië.
Naar een Latijns model worden hierin Christus, de mens en de duivel vergeleken met landdieren, vogels en mineralen. In het begin van de 13e eeuw volgden bestiaria van Gervaise, Guillaume le Clerc en Pierre de Beauvais, terwijl ca. 1260 Richard de Fournival, kanunnik van Atrecht, de materie bewerkte tot een hoofse encyclopedie van de liefde, de Bestiaire d’amour, waarin het symbolisme (van beeld naar idee) plaatsmaakt voor allegorieën (van idee naar beeld). Brunetto Latini gaf in zijnLivres dou tresor (1266) nog een traditionele typologie, maar vanaf het midden van de 14e eeuw verandert het genre door de interesse voor de jacht: het technische aspect gaat daarmee het moraliserende steeds meer verdringen. De bestiaires zijn van groot belang door hun illustraties, die invloed uitoefenden op de gelijktijdige beeldende kunst, vooral op de beeldhouwkunst en de miniatuur, en door het inzicht dat zij geven in de middeleeuwse mentaliteit met haar voorkeur voor mythe boven objectieve waarneming en haar angst voor natuurverschijnselen.
In later tijd werd het genre nagevolgd, o.a. door J. Renard (Histoires naturelles, 1896), G.Apollinaire (Bestiaire, 1919), H.de Montherlant (Les bestiaires, 1926) en C.Buddingh’ (Wil het bezoek afscheid nemen'.? Een bestiarium, 1968). Uitgaven: Le bestiaire de Philippe de Thaün, door E.Walborg (1900); Physiologus, door F.Sbordone (1936); Bestiaire d’amour, door C.Segre (1957). Afb.p.215.
Litt. P.Meyer, Les bestiaires (in: Histoire Littéraire de la France, 1914); H.R.Jauss, Untersuchungen zur mittelalterl. Tierdichtung (1959); F.McCulloch, Mediaeval Latin and French bestiaires (1960).