Babylonisch geschiedschrijver en priester van Bel bij de Mardoektempel in Babylon, *ca.340 v.C., ✝️ ca.260 v.C.Hij schreef een groot Grieks werk over de geschiedenis van Babylonië, dat slechts bekend is voorzover het in citaten en uittreksels bij Griekse en Latijnse auteurs bewaard bleef (o.a. bij Alexander Polyhistor, die het Babyloniaka en bij Flavius Josephus, die het Chaldaika noemt; voorts bij Clemens Alexandrinus en bij Eusebios van Caesarea). Hij heeft veel van de mythologie verwerkt over o.a. de schepping, de grondvesting van Babylon en het koningschap van Mardoek en over de oerkoningen vóór de zondvloed.
Ook over de latere geschiedenis gaf hij waardevolle bijdragen en behandelde ook de Babylonische astronomie. Hij gebruikte vaak inheemse oorkonden als bron.Op latere leeftijd vestigde hij zich op Kos. Uitgave: door F.Jacoby (in: Die Fragmente der griech. Historiker III, 1958).
Litt. P.Schnabel, Berossos und die babyl.-hellen. Literatur (1923); J.van Dijk, 1
8. vorl. Bericht Ausgrabungen Uruk Warka (1962).