Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-03-2019

Bernier (dichter)

betekenis & definitie

Armand, Belg. Franstalig dichter, *10.2.1902 Eigenbrakel, ✝️27.11.1969 Brussel.

Naast Litterair criticus voor Le Thyrse en schrijver van enkele prozateksten, o.a. de studie Auguste Marin, le poète à l’âme de cristal (1945), was Bernier vooral dichter. Zijn werk getuigt van een geleidelijke ontwikkeling van scepticisme en pessimisme naar een aanvaarding van de wereld en de mens, resulterend in Le monde transparent (1956), voorafgegaan door Portes obliques (1931), Le carrousel d’ennui (1931), Le voyageur égaré (1934), Le sorcier triste (1936) en Quatre songes pour détruire le monde (1938).

Van een soort pantheïstisch opgaan in de zuivere natuur getuigen Dans les vergers de Dieu (1946), Il y a trop d’étoiles (1948) en La famille humaine (1949). Deze dubbele thematiek wordt in soepele en muzikale verzen verwoord in La migration des âmes (1952), dat als zijn meesterwerk wordt beschouwd.

Andere bundels: Les heures incertaines (1925), L’ami des arbres et des oiseaux (1954), Bruxelles la mal-aimée (1959), Aux vitres de l’éternité (1963).

Litt. J.Delmelle, La haute inquiétude du poète A. Bernier (1956); J.Delmelle, A.Bernier, poète de l’âme (1970).

< >