v./m. (-en), op berken levende bladwesp. De berkebladwesp (Trichosoma lucorum, vliesvleugeligen), en de grote berkebladwesp (Cimbex femorata) zijn gemakkelijk te herkennen aan het knotsvormige uiteinde van de voelsprieten.
De larven van de tweede eten ’s nachts aan bladeren en zij kunnen bij gevaar vloeistof naar de belager spuiten (tot op 10—20 cm afstand). Na de laatste vervelling spinnen de larven een donkerbruine cocon. Deze wesp vermenigvuldigt zich soms zo sterk dat hele berken door de larven ontbladerd worden.