de rede door Jezus op de berg bij het Meer van Genesareth gehouden (Matth.5—7). Matth.5,1-2 zegt dat Jezus de berg opging en daar zijn discipelen leerde.
In de loop der tijden heeft men soms de Bergrede meer of minder losgemaakt van de rest van het evangelie, zodat men bijna zou kunnen spreken van bergrede christendom. Tolstoj b.v. heeft de evangelieverkondiging buiten de Bergrede beschouwd als onbelangrijk voor het christelijk geloof. In de Bergrede vormde dan Matth.5,39, dat hij opvatte als een opwekking tot absolute geweldloosheid, het middelpunt.Een aanwijzing voor het ingebouwd zijn van de leringen van de Bergrede in het geheel van het evangelie dringt zich echter reeds op, wanneer men de drie eerste evangeliën op dit punt met elkaar vergelijkt. Marcus bevat vrijwel geen enkel woord uit de Bergrede. Het derde evangelie heeft wel grote stukken uit de Bergrede voor een deel samengebracht in wat men bij Lucas dan gewoonlijk de veldrede noemt (Luc. 6,20 vgl.; vers 17: op een vlakke plaats), maar voor een ander, groot deel verspreid over verschillende hoofdstukken. Het onzevader b.v., dat men in de Bergrede vindt in het kader van de aansporing om de gerechtigheid niet te doen voor de mensen (Matth.6,1-18, het onzevader vers 9-13), wordt in veel kortere vorm door Lucas in geheel ander verband overgeleverd, nl. in het antwoord van Jezus op de vraag van de leerlingen: leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft (Luc. 11,1—4). Bovendien blijkt telkens, dat men andere gedeelten uit het evangelie nodig heeft om de Bergrede goed te kunnen begrijpen: Jezus spreekt in de Bergrede een enkele maal over loon (b.v. Matth.5,11); hoe hij die belofte van loon bedoeld, kan men niet juist verstaan, als men daarnaast niet de gelijkenissen van de arbeiders in de wijngaard (Matth.20,1-16) en van heer en knecht (Luc. 17,7—10) leest.
Litt. H.Windisch, Der Sinn der Bergpredigt (1929, 2e dr. 1937); A.M.Brouwer, De bergrede (1930); H.N.Ridderbos, De strekking der bergrede (1936); E.Thurneysen, Die Bergpredigt (1936); J. de Graaf, In gesprek met de bergrede (1957); W. D.Davies, The setting of the Sermon on the Mount.