Frederik, graaf van den, 18.8.1559, ✝3.9.1618. Bergh, tweede zoon van Willem IV van den Bergh, was bevelhebber van Venlo in dienst van de Staten, maar koos in 1583 de zijde van de Spanjaarden.
Hij verdedigde in 1592 Coevorden en in 1597 Lingen tevergeefs tegen Maurits. In 1595 werd hij door de Spaanse regering tot stadhouder benoemd van Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen en in 1598 verheven tot graaf waarbij hij Doetinchem en kasteel Schuilenburg als heerlijkheid ontving, welke heerlijkheid echter door de Staten van Gelderland niet werd erkend. In 1601 slaagde hij erin Maurits te dwingen het beleg van ’s-Hertogenbosch op te breken.