Peter, Amerikaans socioloog, 17.3.1929 Wenen. Berger vertrok in 1946 naar de VS, behaalde in 1949 een graad in de filosofie (Wagner College), en promoveerde aan de New School for Social Research (New York) waar hij in 1963 hoogleraar werd.
Berger is een vertegenwoordiger van de zgn. humanistische sociologie. In zijn veelgelezen Invitation to sociology (1963, Ned. vert. Sociologisch denken, vele herdrukken) stelt hij dat mensen geconditioneerd zijn door hun sociale milieu.De taak van de sociologie is dan ook volgens Berger, mensen bewust te maken van hun sociale gebondenheid. Berger, thans verbonden aan Rutgers University, heeft grote verdiensten op het terrein van de godsdienstsociologie en is voorzitter van de Society for the scientific study of religion. Werken: The precarious vision (1961), The noise of solemn assemblies (1962), The human shape of work, essays in the sociology of occupations (1963, red.), The social construction of reality (1966, met T.Luckmann), The sacred canopy (1967, herdr. als: The social reality of religion, 1973), A rumor of angels (1969; Ned. vert. Er zijn nog altijd engelen, 1970), Sociology (1972, met Brigitte Berger, Ned. vert. Sociologie, 1974), The homeless mind (1973, met Brigitte Berger en H.Kellner), Pyramids of sacrifice (1974; Ned. vert. De grote piramide, 1976).
