Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 26-08-2021

Bergen, werkwoord

betekenis & definitie

(borg, heeft geborgen),

1. (iemand of iets) in veiligheid brengen, redden: het leven bergen; veilig onderkomen verschaffen; zich bergen, maken dat men wegkomt; schepen binnenbrengen die door schipper en equipage zijn verlaten; de goederen van een gestrand schip redden; . oneig.: hij wist van verlegenheid, van schaamte zich niet te bergen, wist niet waar hij blijven moest, hoe zich te houden; . geborgen zijn, voor de toekomst niet te vrezen hebben: die meisjes zijn geborgen, zijn goed getrouwd; hij is geborgen, heeft zijn schaapjes op het droge; . (iets) in een ruimte of op een bepaalde plaats brengen om het daar te bewaren zolang het niet gebruikt wordt: de leerlingen bergen hun boeken in de bank; waar berg je dat zo lang?; de vlag bergen, neerhalen en opbergen; de zeilen bergen, strijken, samenplooien en op de ra met de beslag banden vastbinden; . in een ruimte opnemen: dat schip kan veel veel goederen laden; (gemeenz.) hij kan veel bergen, veel eten; in die kast kan men veel bergen, er is veel ruimte in.

< >