v. (-s), provisie die door een geldgever in rekening wordt gebracht als hij zich bereid verklaart in de toekomst een bepaald bedrag als lening te verstrekken tegen een bepaalde rente. © Dit betekent meestal dat bij een bereidstellingsprovisie van b.v. 2 of 2j % de koers van de uitgifte van de lening in plaats van op 100 %, op 98 % of 97f % wordt gesteld. Tevens wordt op deze wijze bereikt dat het rendement bij een bepaalde couponrente hoger wordt.
Op deze wijze, voor onderhandse leningen door de centrale overheid gesanctioneerd, wist men destijds in Nederland en België het zgn. ^-rentegamma in materiële zin te doorbreken.