(berechtte, heeft berecht),
1. (gew.) in orde brengen;
2. (gew.) iemand terechthelpen, van het nodige voorzien; (in winkels) de klanten helpen;
3. (r.-k., gew.) een zieke berechten, hem de laatste sacramenten toedienen;
4. recht doen over (iemand), in (een zaak).