Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-03-2019

Bembo

betekenis & definitie

Pietro, Italiaans dichter en humanist, *20. 5.1470 Venetië, 118.1.1547 Rome. Bembo leerde Grieks bij X Laskaris, reisde veel en vertoefde in Rome als secretaris van paus Leo x.

Bembo, volgeling van Petrarca, was een smaakvol dichter en een zuiver stilist. Hij was o.a. minnaar van Lucrezia Borgia en van Faustina Morosini die hem drie kinderen schonk. Op vrij hoge leeftijd werd Bembo geestelijke en in 1539 kardinaal.Hij schreef Gli Asolani (1505), filosofisch-galante, in klassieke stijl geschreven samenspraken over de platonische liefde, van grote historisch-culturele betekenis. Verder schreef hij Prose della volgar lingua (1525), dat voor de ontwikkeling van de Italiaanse taal belang had daar het de voorkeur gaf aan het Florentijnse dialect en tegelijkertijd een model was van een typisch renaissancistische poëtica, die zich op de theorie van de nabootsing baseerde. Uitgaven: Rime (1530), Opere in volgare door M.Marti (1961; met bibl.).

Litt. M.Santoro, P.Bembo (1937); G.Santangelo, II Bembo critico e il principio d’imitazione (1950); M. Vitale, La questione della lingua (1960).

< >