o.,
1. de zorg voor eigendommen van derden, waarover men verantwoording dient af te leggen aan de opdrachtgever : het beheer over iets voeren; in het bijzonder administratie van geld en goed: de penningmeester heeft het beheer over de kas; onder gemeenschappelijk beheer van; raad van beheer; dat is onder zijn beheer geschied, tijdens zijn bestuur of administratie;
2. heerschappij, gezag.
Administratief recht. Beheer wordt m.n. in het Ned. waterstaatsrecht vaak gebruikt maar is in wezen toch een vaag omschreven begrip. Men hecht er de betekenis aan van de verantwoordelijkheid van een openbaar lichaam, dat een inrichting of (kunst)werk ten algemene nutte aan zijn bestemming blijft beantwoorden. Daarmee is vaak de verplichting tot onderhoud verbonden. Men treft dit o.a. aan in de Waterstaatswet 1900 betreffende beheer van waterstaatswerken en in de Wegenwet betreffende beheer van wegen. Men kan ook denken aan het beheer van rijks-, provinciale en gemeentelijke geldmiddelen, waarover men bepalingen vindt in de Comptabiliteitswet, Provinciewet en Gemeentewet.
Burgerlijk recht. Naast de gebruiks- en beschikkingsrechten van de eigenaar is er een aantal bevoegdheden, die hier niet onder vallen en die men samenvat onder de term beheershandelingen. Deze bevoegdheden strekken tot het in stand houden van het eigendom, zoals onderhoud, stalling, opslaan, voeding bij dieren en planten, verzekering enz. Het apart stellen van deze bevoegdheden is noodzakelijk omdat wettelijke vertegenwoordigers zoals voogden, curators, provisionele bewindvoerders, wel bevoegd zijn om zelfstandig beheershandelingen te verrichten met betrekking tot het vermogen van hun vertegenwoordigden, doch niet tot het verrichten van beschikkingsdaden. Voor beschikkingsdaden behoeven zij toestemming van de kantonrechter resp. vrederechter. Men moet dit soms naar omstandigheden beoordelen.
In het algemeen zal het verkopen van een zaak als een beschikkingshandeling beschouwd worden. Bezien wij echter een totaal vermogen, dat onder beheer van een beheerder is gesteld, dan kan de verkoop van een tot dat vermogen behorende zaak ten einde van de opbrengst een andere vruchtdragende zaak terug te kopen, gezien worden als een beheersdaad, strekkend tot het in stand houden van het totale vermogen.
