dorp ten noorden van Kaboel (Afghanistan), bij de ruïnes van de historische stad Kapisi, zomerresidentie van het geslacht van de Koesjana (zie Kanisjka). Bij opgravingen door Franse archeologen (1936—39) werd hier een belangrijke schat ontdekt, die vóór 241 n.C., toen de stad door de Sassaniden werd verwoest, verborgen moet zijn.
Het is een verzameling kostbaarheden, uit zeer uiteenlopende gebieden afkomstig: glaswerk uit Alexandrië, lakwerk uit China, ivoor uit India. Het laatste heeft als bekleding gediend voor o.a. houten kisten.Hierin zijn, in een stijl verwant aan die van Mathura, reliëfs uitgesneden die scènes uit het leven van de vrouwen in het paleis uitbeelden. De vondst is een gegeven voor het bestaan van een wereldhandel op grote schaal tussen de landen rond de Middellandse Zee en het verre Oosten in de eerste eeuwen n.C. Afghanistan, zie CULTUUR.
LITT. J.Hackin en J.R.Hackin, Recherches archéologiques a Bégram (1939); J.Auboyer, The art of Afghanistan (1968); F.M.Rice en B.Rowland, Art in Afghanistan, objects from the Kabul Museum (1971).