Plantengeslacht met ca. 800 soorten vlezige planten, behorend tot de familie van de Begoniaceae. Wortelend in de aarde of op andere planten huizend (epifyten), soms klimmend.
Vanwege de fraaie bladeren (vaak scheef, hartvormig of gelobd) worden zgn. bladbegonia’s gekweekt. Talloze hybriden, dikwijls met als een van de voorouders Begonia rex, of ook wel B. imperialis (Mexico) en B. maculata.Zaaien van het heel fijne zaad gelukt, maar in de regel geschiedt de voortplanting door ‘bladstekken’ (gekerfd blad op vochtige aarde gedrukt bij hoge temperatuur en luchtvochtigheid). Zonbestraling moet vermeden worden. In tuinen worden om de prachtig gekleurde bloemen de ‘knolbegonia’s’ gekweekt, eveneens te winnen uit zaad, of door het scheuren van de knollen, die binnenshuis droog en vorstvrij moeten overwinteren. Bij deze ‘tuberhybriden’ spelen ‘oudersoorten’ als B. boliviensis, B. clarkei, B. veitchii een rol. Ook (in tuinen) zeer geliefd is B. semperflorens (geen knol), eveneens met talrijke variëteiten. De ‘struik- en stengelbegonia’s’ worden zowel als borderplant alsook in kas en kamer gekweekt (b.v. B. metallica, B. manicata).