Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Beestje

betekenis & definitie

o. (-s), klein beest; als aanspraak tot een huisdier: braaf, mijn beestje!; beestjes hebben, luizen; het is de aard van ’t beestje, dat is zozeer met hem vergroeid, dat er weinig aan te veranderen valt; het is een mager beestje, er is niet veel van te halen; ook: het heeft niet veel te betekenen; een oud beestje, een oud antiek voorwerp, o.a. van vervoermiddelen gezegd.

< >