v., vorm van syfilis.
De ontsteking is vooral gelokaliseerd in schedeldak, neusbeenderen, verhemelte en scheenbeen. Nachtelijke, soms zeer hevige pijnen, zijn typisch, gevolg van het getroffen-zijn van het periosteum (zie beenvlies) dat zich, vooral wat betreft het scheenbeen, plaatselijk sterk kan verdikken. Later ontstaat door gummeuze ontsteking (zie gumma) beendestructie. Beensyfilis was een vroeger veel voorkomende ziekte, maar is thans zeldzaam geworden.