o. (-len), gezwel dat van de beenzelfstandigheid of van het beenvlies uitgaat.
Goedaardige beengezwellen zijn: het chondroom, het enchondroom, het osteoom, het fibroom, het osteoïde osteoom, het hemangioom, de aneurysmatische beencyste, de osteoclastomen (reuscelgezwellen), en in mindere mate ook het eosinofiele granuloom. Kwaadaardige tumoren zijn: het osteosarcoom, het chondrosarcoom, het chondroblastoom, het osteoblastoom, het fibrosarcoom, het plasmacytoom, het reticulosarcoom, het ewingsarcoom, het chordoom, en de beenmetastasen, die in tegenstelling tot de primaire bottumoren (zie sarcomen) van epitheliaal karakter zijn, d.w.z. carcinomen.