Petrus Joannes, generaal overste van de sociëteit der jezuïeten, *8.2.1795 Zichem, ♱4.3.1887 Rome. Kort na zijn priesterwijding (1819) trad Beckx in Hildesheim toe tot de jezuïeten.
Nadat hij sinds 1926 enige jaren als hofkapelaan van hertog Ferdinand van Anhalt-Köthen werkzaam was geweest, werkte hij te Wenen in de zielzorg (183048), waar hij in 1847 procurator van de Oostenrijkse jezuïeten werd.De verdrijving van de jezuïeten uit Oostenrijk (1848) noopte hem tijdelijk naar zijn geboorteland uit te wijken, maar onmiddellijk na hun herstel (1852) keerde hij naar Oostenrijk terug en werd toen meteen tot provinciaal overste gekozen. In 1853 werd Beckx tot de 22e generaal van de sociëteit der jezuïeten gekozen als opvolger van de Nederlander Roothaan. Van zijn boek Der Monat Mariä (1838, 19e dr. 1930) zijn vele vertalingen en herdrukken verschenen, o.a. in het Nederlands: De maand van Maria (17e dr. 1907).
LITT. K.Schoeters SJ, P.J.Beckx en de jezuïetenpolitiek van zijn tijd (1965).