m. (-s), kwikthermometer waarbij door een speciale constructie een hoge gevoeligheid wordt bereikt.
Deze thermometer heeft een afleesnauwkeurigheid tot 0,01 °C voor een klein bereik (b.v. 5 °C) dat instelbaar is tussen b.v. -30 °C en +100 °C. De grote gevoeligheid wordt verkregen door het kwikreservoir R (afb.) een groot volume te geven (b.v. 5 cm3) en een nauwe capillair C toe te passen. Het bereik is instelbaar doordat naar wens een hoeveelheid kwik kan worden opgeborgen in het hulpreservoir G. De hoogte van het kwikniveau in G bepaalt het temperatuurbereik waarin de thermometer werkt. Dit kan op het schaaltje S in °C worden afgelezen. Een hoger temperatuurbereik wordt ingesteld door de thermometer langzaam warmer te maken totdat voldoende kwik in G is overgevoerd.
Voor de absolute metingen dient de thermometer daarna nauwkeurig te worden geijkt. Dit kan gebeuren met behulp van een vloeistof met een goed bekend kookpunt binnen het gewenste bereik.