Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bech

betekenis & definitie

Joseph, Luxemburgs politicus, *17.2.1887 Diekirch, ♱8.3.1975 Luxemburg. Bech wisselde al snel zijn beroep van advocaat voor een politieke loopbaan.

Hij was lid van de Katholieke, later de Christelijk-Sociale Partij. Vanaf 1914 was Bech lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, herhaalde malen minister (1921—25 van Justitie, vanaf 1926 van Buitenlandse Zaken) en van 1926—37 premier.Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij met de regering te Londen. In 1945 werd hij weer minister van Buitenlandse Zaken in het kabinetDupong. Van 1953-58 was hij opnieuw premier en tot 1959 was hij minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Wijnbouw. In zijn verschillende functies heeft Bech zich steeds een warm voorstander van een nauwere Europese samenwerking op economisch vlak betoond. Als zodanig was hij betrokken bij de totstandkoming van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie (BLEU), de Benelux, de EGKS en de EG.

< >